Berichten

Vrijheid in beperking – Ruimte in quarantaine

Vrijheid is het woord dat bij mij opkomt. Wanneer ik mijmer over wat voor mij belangrijk is.
Vrijheid voelt als een warme, zonnige zomerdag.
Vrijheid heeft de geur van actief buiten zijn in de vroege ochtend.
Vrijheid smaakt naar rijp, zoet fruit.
Vrijheid ziet eruit als optrekkende mist boven bergen.
Vrijheid klinkt als ruisende bomen in het bos.
Of als het neerslaan van golven op het strand.

Vrijheid heeft voor mij alles te maken met buiten, met gaan en staan waar ik zelf graag wil gaan en staan. Alleen, of juist met en tussen mensen.

Beperking is het woord dat er voor in de plaats kwam. Beperking door quarantaine.

Beperking voelt als een schrale beklemming, als rillende kou tot in je botten.
Beperking ruikt naar vieze, muffe kelders.
Beperking smaakt naar wrange, bitterzuur gekookte rabarber.
Beperking ziet er uit als vastzitten in de stroming onder een omgeslagen kano.
Beperking klinkt als het doffe bonzen van je hart wanneer je ziek bent.
Of als het krakend en piepend vastdraaien van roestig metaal.

Beperking heeft voor mij alles te maken met opsluiting, met vastzitten, met niet kunnen bewegen, met krachteloosheid. Met alleen zijn zonder gevoel van verbondenheid.

En toen was daar het woord ruimte. Ruimte ondanks, of juist vanwege, de quarantaine.

Ruimte die ik weer kreeg in mijn eigen kleine flexplek thuis, in een nisje op zolder.
Ruimte die ik weer kreeg door samen te klussen in huis.
Ruimte die ik weer kreeg door aan anderen te geven.
Ruimte die ik weer kreeg door te creëren. Door te visualiseren.
Door te bakken, door te schrijven, door te leren en door te ontwikkelen. Door te mijmeren over al gemaakte en over nog te maken reizen, ver weg en dichtbij.

Door stil te staan.
Door me te wentelen in dat wat er is.
En te voelen wat het me brengt.

Ruimte, altijd.