Aanpassingsvermogen

Aanpassingsvermogen, een kwaliteit?

Hij zag niet in hoe dit een kwaliteit van hem zou kunnen zijn. 

Aanpassingsvermogen, was dat dan bijzonder? Iets dat zo vanzelfsprekend was, dat hem zo gemakkelijk afging, dat hij bezat, zonder er enige inspanning voor te hoeven leveren, zou überhaupt een kwaliteit kunnen zijn?

Terwijl deze man net daarvoor in ons gesprek moeiteloos schakelde tussen zijn volgende loopbaanstap en het opspringen om hulp te gaan verlenen bij een brand. En daarna rennend terug kwam en de draad direct weer feilloos oppakte.

Terwijl deze man nu voor een tweede keer in zijn loopbaan vanuit een interne motivatie een grote en ingrijpende loopbaanstap gaat zetten, ondanks dat zijn hart wat anders zegt. Het ‘glas is tenslotte eerder half vol dan half leeg’.

Terwijl deze man moeiteloos ‘we zijn het niet meer gewend’ zijn kleinkinderen in huis heeft genomen en er voor hen is nu zij dat even nodig hebben.

Terwijl deze man met ontzag en vol trots de wijze les van zijn eigen opa aanhaalt: blijf niet hangen in het verleden, maar kijk naar de toekomst’.

Terwijl zijn hele lijf gedurende ons hele gesprek, met al deze uiteenlopende onderwerpen, een krachtige rust en wijsheid uitstraalt. 

Dan zou Aanpassingsvermogen geen kwaliteit van hem zijn?